Een bezoek in de wijk Apalina, Reghin, Roemenie, oktober 2022.
Brand-stof
Het is niet warm in het huisje, maar wel behaaglijker dan buiten. Het is wel een zware lucht, wat rokerig, zodat je er van gaat hoesten.
We zijn een huisje binnengestapt in de wijk Apalina; de wijk waar de ME enkele jaren geleden hard moest ingrijpen om ongeregeldheden de kop in te drukken; de wijk waar drugscriminelen hun toevlucht hebben gevonden en veilig zijn voor de rechterlijke macht; de wijk waar het ’s avonds drukker is op straat dan op een willekeurige zaterdag in de Kalverstraat; de wijk waar geen groen meer is te bekennen, maar elk stukje grond is volgebouwd met schuurtjes en krotjes.
Hier zijn we dus binnengestapt bij deze moeder van 4 kinderen. We geven haar een voedselpakket. Ze heeft nauwelijks de mogelijkheid om zelf aan eten te komen. Soms gaat ze even weg. Haar jongste van net één jaar oud wordt dan toevertrouwd aan haar zesjarige dochter.
Vader kan niet voor zijn gezin zorgen. Hij zit al een poosje vast en het zal zeker nog wel twee jaar duren voordat hij weer als vrij man rond kan lopen. Een oudere zoon hebben ze wel, van een jaar of 15. Hij doet zijn best om voor zichzelf te zorgen, maar een baan zal hij niet krijgen omdat hij maar 4 jaar onderwijs heeft genoten. Zeker geen goed betaalde baan. En dat hij een beetje heeft leren lezen en schrijven is voor zijn gevoel al heel lang geleden….
Dus moeder moet op stap. Ze heeft haar route langs allerlei afvalbakken en vuilcontainers. Voornamelijk op zoek naar twee dingen: voedsel en brandbaar materiaal. Gisteren had ze een klein succesje. Oude kleding, een zak vol. Die had ze mee naar huis genomen, want dat kan uitstekend dienst doen als brandstof voor de kachel. Alleen krijg je dan wel een zware lucht, wat rokerig, zodat je er van gaat hoesten.
Een dag in Apalina, Reghin, Roemenie oktober 2022
DERTIEN JAAR
Onstuimig komen ze het huisje binnenstormen, de twee meisjes. Als ze zien dat er vreemde mensen in hun huis staan, blijft het ene meisje, van een jaar of 10 of 11, enigszins verlegen bij de deur tegen de muur staan en observeert de vreemde gasten. Het andere meisje, misschien net een jaar jonger, is de kamer verder binnen gelopen. Op de kachel in de hoek ziet ze de pan met olie staan met daarin het gebakken broodje. Snel pakt ze het broodje uit de olie, tikt voorzichtig tegen de rand van de pan de laatste oliedruppels er af en gaat op de matras zitten. Ze breekt het broodje doormidden en begint voorzichtig het hete gebakken deeg te eten.
Voor mij is er een stoel gepakt, de enige in het huis, zodat ik niet op de andere broodjes zou gaan zitten, die op een plank liggen af te koelen. Water en bloem en olie. Meer is er niet nodig om de broodjes te bakken. Kees en Tony zitten op de bedbank. Moeder heeft net verteld dat zij met vier kinderen op die bedbank hun slaapplek hebben, terwijl de grootste twee kinderen op het matras slapen, dat langs de muur op de grond ligt.
Net boven de deur komt er een draad het huis binnen. Dat is de elektriciteit voor het kale peertje, dat midden in de kamer aan het plafond hangt. Een kraan voor water is nergens te bekennen. Buiten in de wijk is er een waterkraan, waar iedereen water kan tappen.
Nee, moeder is nooit naar school geweest, kan dus ook niet lezen en schrijven. Nee, de kinderen gaan ook geen van allen naar school, want dan moeten ze schoenen, schone kleding en een rugtas hebben. Waar moeten ze dat van kopen? Ze heeft niet eens geld om genoeg eten te kopen.
Nee, een vader is er niet aanwezig, is er ook nooit geweest. Hoe ze dan aan geld komt? Dat heeft moeder zelf verdient. Het gevolg is wel dat ze nu zes kinderen heeft. De jongste ligt nog in haar armen, nog geen jaar oud. Het oudste meisje is dertien jaar en zit ook op het matras dat op de grond ligt. Haar dikke buik verraad dat ze hetzelfde beroep uitoefent als haar moeder.
Terwijl wij wanhopig proberen te bedenken hoe we deze dramatische vicieuze cirkel kunnen doorbreken, komen geluiden het huisje binnen uit de wijk om ons heen, waar vierduizend mensen wonen, die ook elk een eigen verhaal hebben, in soort gelijke omstandigheden leven en eerst maar eens proberen om vandaag te overleven.
Onstuimig komen ze het huis binnen stormen, de twee meisjes. Zouden ze al weten wat hen te wachten staat?
(geplaatst 06-08-2020)
Janus
Dit is Janus. Janus komt uit een gezin met 12 kinderen. Hij heeft nooit de kans gehad naar school te gaan, dus nu hij 28 jaar is, kan hij lezen noch schrijven.
Janus heeft eigenlijk altijd op straat geleefd. Hij heeft altijd zelf zijn eigen hachje bij elkaar gescharreld, want als hij thuis kwam om te eten, was er meestal toch niets.
Op straat komt hij ook zijn huidige vrouw tegen. Zij vindt hem ook wel aardig en ze besluiten samen verder door het leven te gaan. Ze wonen in Apalina, een wijk waar een paar honderd Roma gezinnen bij elkaar wonen. Het is er altijd levendig op straat. Er valt altijd wel wat te beleven.
Janus is niet te beroerd om te werken. Maar als ongeschoolde Roma kan hij nergens een vaste baan krijgen. Een dagje hier, een paar dagen daar. Als hij geluk heeft kan hij bij een groter bouwproject wat langere tijd werken.
Ze wonen op straat. In hun wijk weten ze de plekjes waar je de nacht door kunt brengen. Het wordt anders wanneer ze een kindje krijgen, en het wordt moeilijk wanneer ze op den duur de zorg voor 3 kindertjes hebben.
Een vriend uit de wijk helpt ze uit de brand. Zijn huisje, gemaakt van balken en planken en dichtgesmeerd met klei, heeft twee kamers. Janus met zijn gezin mag wel in één kamertje wonen. Dan hebben ze in ieder geval een plek waar ze kunnen schuilen voor de regen en die ze kunnen verwarmen in de winter. ’s Nachts slaapt Janus met een stok in zijn vuist. Je hebt hier indringers, grote ratten met een hele lege maag …. En Janus heeft drie kindertjes.
Toen kwam corona. Hoe Janus de hele stad ook af loopt, nergens is er een bedrijf, dat hem nog in dienst wil nemen. Veel werk komt stil te liggen. Dus ook Janus komt stil te liggen. Naast zijn vrouw. Ze bepraten de situatie. En zien eigenlijk maar één uitweg.
De vrouw van Janus verdient nu de kost, terwijl Janus bij de kinderen blijft. Daarbij hoeft zij niet stil te liggen. Zo komt het geld weer hun kant op rollen. En kan er weer wat voedsel voor de kinderen gekocht worden. Maar het is eigenlijk een smakeloze oplossing.
Twee weken geleden hebben ze besloten dat dit eigenlijk niet kan. Ze hebben er allebei een slecht gevoel bij. Dus wordt er een punt achter gezet. Janus wil voor zijn gezin zorgen. Nu loopt hij hele dagen door de stad en doorzoekt alle afvalbakken en vuilnisbelten op zoek naar eten.
We bezochten Janus op zaterdag 1 augustus 2020 in de stad Reghin in Roemenië.
Zijn kinderen zijn 0, 1 en 2 jaar.
Pastor Attila bood aan dat Janus bij hem aan de deur een tasje eten kan komen halen als het gezin honger heeft, tot de werkgelegenheid weer toe neemt.
0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0
Viorel
Dit is Viorel. Hij is sleutelbewaarder. Als hij langs loopt hoor je de grote bos sleutels in zijn zak rammelen. Hij is blij dat hij dit werk mag doen en hij doet het ook zorgvuldig. Dat wordt ook van hem verwacht, om betrouwbaar en secuur de deuren te openen en te sluiten.
En elke dag is er wel iets te doen in de kerk. Op zondag natuurlijk de kerkdienst, waar wel meer dan 100 mensen naar toe komen. Door de week opent hij overdag de lokalen voor de kinderopvang en voor de after-school. Tegen de avond worden de ruimtes gebruikt voor bijbelstudie- en trainingbijeenkomsten.
Hij weet nog goed dat de kerk gebouwd werd. Vlak naast hun wijk. Heel wat mannen uit de wijk hebben daar wat inkomsten mee kunnen verdienen. Een Hongaarse dominee had toen heel de wijk uitgenodigd naar de kerk te komen. Van te voren had hij briefjes gemaakt in het Roemeens met een uitnodiging er op. Hij dacht zeker dat de mensen hier allemaal konden lezen. Maar het nieuws verspreidde zich vanzelf razendsnel door heel de wijk. Dus die eerste avond zat de kerk stampvol. En toen hij dan ook nog op zijn gitaar begon te spelen, toen hebben ze de beste man wel laten horen welke liederen ze kenden. Viorel moet er nog om lachen.
Hij had wel lef, die dominee. Om zomaar tegen ons, Roma, te zeggen dat we slecht zijn; dat we verkeerde dingen doen; het is goed dat onze grote gangleader hem in bescherming nam, anders hadden we hem levend gelyncht. De zondag erna zat er dus niemand meer in die kerk.
Slim van die dominee om het daarna anders aan te pakken. Hij gaf her en der wat kleding, hij hielp mensen formulieren invullen, maakte vrienden, hij kent nu iedereen van naam. Ook Viorel. Viorel zag dat die dominee een goed hart had. Het is iemand die om hem geeft. En dat heeft Viorel nooit gehad.
Viorel is opgegroeid met twee broers en een zus. Ze woonden bij hun moeder, hun vader hebben ze nooit gekend. Wel hun stiefvader …. helaas.
De stiefvader van Viorel was een gewelddadig man. Niet alleen Viorel ondervond dat, maar alle vier de kinderen werden te pas en te onpas geslagen en geschopt. Als hem even iets niet zinde, kregen de kinderen er van langs. Ze leefden in angst. Hun moeder kon hen niet te hulp komen, want ook zij leed onder de tirannie van deze man. Ook zij werd geslagen en mishandeld. In dronkenschap verergerde zijn razernij. Viorel zat altijd onder de blauwe plekken. Na afgeranseld te zijn met riemen en twijgen, zaten de striemen op zijn bebloede rug. De stiefvader had er plezier in om vervolgens letterlijk zout in de wonden te strooien. Om te voorkomen dat Viorel weg zou lopen, werd de jongen met een ketting in de tuin vastgelegd. Eén keer is het hem toch gelukt weg te vluchten. Hij verstopte zich in de wijk. Maar het duurde niet lang of de stiefvader kwam hem op het spoor. Er volgde een gigantische afranseling. “Als je nog één keer weg durft te lopen, vermoord ik je.” Zijn situatie leek hopeloos en Viorel dacht er aan zelf een eind aan zijn leven te maken. Zijn hel duurde tot hij 13 jaar was. Toen pas zag hij kans weg te komen, zonder dat zijn stiefvader hem vond.
We ontmoeten Viorel nu hij 34 jaar is. Er is veel veranderd in zijn leven. Hij heeft de liefde van God leren kennen. Hij weet dat hij geliefd is. Dat geeft rust in zijn leven. Zijn lichaam heeft zich nooit geheel hersteld van de wonden van vroeger. Maar innerlijk is hij genezen.
Al werd hij wel heel erg op de proef gesteld. Kort geleden stond hij oog in oog met zijn folteraar van vroeger. Dat is nu een zwakke oude man geworden. Bij het zien van zijn stiefvader laaiden de emoties hoog in hem op. Allerlei beelden kwamen hem voor de ogen; haat en kwaadheid borrelden naar boven. Hij was nu in het voordeel, hij was nu de sterkere.
Maar Viorel realiseert zich dat hij veranderd is. Hij heeft de vergeving van God leren kennen. En hij kiest er voor zijn stiefvader te vergeven. Hij biedt hem een glas water aan.
We ontmoetten Viorel op zaterdag 1 augustus 2020 in Apalina, Reghin, Roemenië.
0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0
Rodi
Er zijn in Roemenië drie soorten zigeuners (dit is geen discriminerend woord, maar ik gebruik het als verzamelnaam) Ten eerste de Sinti, de trekkende zigeuners, zonder vaste woon- of verblijfplaats. Dan heb je de Kalderari, een doorgaans zeer rijke groep zigeuners. Zij bouwen protserige huizen, kleine kasteeltjes. Waar ze hun rijkdom mee verdient hebben is soms dubieus. Tenslotte zijn er de Roma, een achtergestelde bevolkingsgroep, die vaak woont in aparte verpauperde woonwijken.
Als we door zo’n wijk rijden, steekt onze gids voortdurend zijn hand op om passanten te begroeten. “Daar heb je …. Hij heeft tientallen strafzaken lopen bij de politie. Die daar is drugsdealer, daar heeft hij zijn wagenpark mee gefinancierd. Zie je dat groepje daar, die maken de dienst uit in de wijk.” Er staat een groepje mannen bij elkaar, twintigers, dertigers, veertigers. Allemaal een donkere zonnebril op. Maar vanachter die zonnebril houden ze alles in de gaten.
We parkeren de auto op een open plek en lopen verder naar het huisje van Rodi. Omdat het zonnig en droog is, speelt het leven zich buiten af. Ook voor het huisje van Rodi staan wat mensen, kleine kinderen lopen rond en spelen tussen het zand en de rommel. Rodi zit binnen. Ergens op een vuilnisbelt heeft ze een oude versleten buggy gevonden, daarin wiegt ze haar jongste kindje in slaap.
10 à 12 vierkante meter. Groter is het huisje niet. Tegen de wanden staan twee tweepersoonsbedden, vlakbij de deur een soort allesbrander, waarop je misschien zou kunnen koken. Verder is er niets. Er wonen hier twee gezinnen met elk twee kinderen.
Toen ze honger hadden, een paar dagen al niet gegeten, heeft Rodi geld geleend. 50 LEI = 12 euro. Het was een wanhoopsdaad. De man van wie ze het geld leende, stelde als eis dat ze binnen 5 dagen 100 LEI zou terug betalen. Natuurlijk zou ze dat doen, maar nu moeten eerst haar kinderen eten …..
Het is niet gelukt. Ze had maar 40 LEI af kunnen lossen. Die overige 60 LEI dat werden gelijk 120 LEI, die ook weer binnen 5 dagen betaald dienen te worden. Het is nu een half jaar later, regelmatig kon Rodi geld aflossen, maar nooit het hele bedrag. En het werd als maar méér. Nu heeft ze een schuld van 1500 LEI = 330 euro!!
En vanachter hun zonnebril houden ze alles in de gaten.
We bezochten Rodi in Apalina, Reghin, Roemenie op 1 augustus 2020.
0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0
Girl
“De huizen zijn gemaakt door Hollanders, een Nederlandse organisatie.” We lopen nog steeds door Apalina, de grootste Roma wijk in Reghin. “Het zijn goede huizen; stevig fundament. Ze hebben er vijf neergezet. Toen waren ze ineens vertrokken.” De reden daarvoor weet Attila niet te vertellen. Misschien was er onenigheid onder de Roma, wie er in die huizen zouden mogen wonen.
Nadat we bij een paar gezinnen binnen waren geweest, zit er een vrouw te roepen en te zwaaien of we ook niet even bij haar langs willen komen. Ze vinden het fijn als ze aandacht krijgen. Zeker van iemand die zo’n goede reputatie geniet als Attila, vanwege zijn vriendelijkheid en hulpbereidheid. Dat er twee Westerlingen bij lopen maakt het misschien extra interessant.
Als we het huis binnen stappen, dat bestaat uit één grote ruimte, zie ik haar zitten, Girl. Op de rand van een grote twee persoonsmatras, die plat op de grond ligt. Ze kijkt nieuwsgierig naar de mensen die binnen komen, maar doet of zegt verder niets.
Wat wel geluid maakt is het kleine meisje in een versleten looprek, dat door de ruimte schuift. Het vraagt om aandacht, maakt geluiden en komt onze kant op schuiven. De vrouw, die het kleine meisje uit het looprek pakt, blijkt de oma te zijn en de moeder van Girl. Aan haar dikke buik te zien zou het zevende kind onderweg kunnen zijn, maar misschien ook niet. Ze zou ook niet meer weten wie de vader zou kunnen zijn.
Girl is niet de oudste dochter. Haar moeder heeft dus in totaal 6 kinderen gehad, waarvan er nu nog maar drie thuis wonen. 6 jaar geleden heeft de kinderbescherming zich ontfermt over de oudste drie kinderen, die het nu waarschijnlijk beter hebben dat toen ze nog bij hun moeder woonden. Ze zijn ter adoptie aangeboden aan gezinnen en moeder heeft geen idee waar, in welke stad, welk land ze zouden kunnen zijn.
Girl is nu 15 jaar. Ze is nooit naar school geweest. Ze heeft nooit een klaslokaal van binnen gezien. Kan dus niet lezen en schrijven. Zit dus de hele dag thuis. En heeft nu een dochtertje van 1 jaar, dat ook nooit zal weten wie haar vader is. Hoe dat verder gaat in de toekomst? Volgens mij kennen ze dat woord helemaal niet. Ze leven gewoon, nu!
We hebben Girl ontmoet in de wijk Apalina, Reghin, Roemenië op zaterdag 1 augustus 2020.
o – o – o – o – o – o – o – o
(geplaatst nov. 2019)
Ik zou u mee willen nemen naar Roemenië. Ik zou u een stukje van het land willen laten zien en bij enkele mensen binnen willen stappen om te laten zien hoe ze wonen.
Voor ons eerste bezoekje moeten we een eindje rijden. We verlaten Arad in oostelijke richting. De lange rechte weg snijdt enkele dorpen doormidden. Rechts van de weg is met EU geld een licht roze fietspad aangelegd, waarvan nog maar heel weinig gebruik wordt gemaakt. Links loopt parallel aan de weg de rails van de tram. Voor bewoners van de dorpen langs deze weg is dit het meest geschikte vervoersmiddel om in Arad te komen om naar school te gaan, voor dagelijks werk of een ziekenhuisbezoek. Het vlakke land tussen de dorpen, dat behoort aan grondgrondbezitters of grote bedrijven, bestaat uit grote percelen, waar machinaal wordt geploegd, gezaaid en geoogst.
Na zo’n 25 km. komen we bij een lage heuvelrug, we passeren de stad Lipova en gaan verder op een smalle provinciale asfaltweg, die zich door het licht golvende landschap slingert. De komende 15 km. zullen bospercelen en akkerland zich afwisselen. Al het verkeer dat we hier tegenkomen heeft Ususua als eindbestemming, want deze weg zal achter Ususau op den duur eindigen als zandweg in het bos.
We gaan op bezoek bij mevr. Opgewekt. Ik noem haar zo, want als ze ons ziet, glundert ze al van oor tot oor en staat ze te huppelen als een jong meisje, met haar 72 lentes. Ze slaat de handen in elkaar en komt ons begroeten. We parkeren onze witte bus vlak tegen de gehavende schutting, net voorbij het tuinhek. Voordat we de 2 voedselpakketten en de dozen met incontinentie-materiaal uitladen, gaan we haar eerst even begroeten. Onze tolk Monica, die juist haar opleiding heeft afgerond en werk zoekt in de verpleging, vertaalt vanuit het Roemeens naar het Engels. Mevr. Opgewekt vertelt dat ze zo blij is als ze ons ziet. Ze herkent enkele van onze teamleden, die haar al vaker hebben bezocht en schudt ze hartelijk de hand. Haar gelaatsuitdrukking verandert ineens, als we vragen hoe het met haar gaat.
Bedroeft vertelt ze dat hij zo agressief is geworden en dat het zo zwaar is om voor hem te zorgen. Maar ze houdt zo van hem. En nogmaals doet ze het verhaal, dat we al eerder van haar hebben gehoord. Als pas getrouwd jong meisje was ze zo blij dat ze zwanger werd. Maar die blijdschap werd al gauw overschaduwd toen bleek dat het jongetje gehandicapt ter wereld was gekomen; hij kon niet leren lopen, niet leren praten; eigenlijk helemaal niets leren. Het bleef een baby. Maar die baby werd lichamelijk wel groter en helemaal van zijn moeder afhankelijk. Mevr. Opgewekt heeft al haar liefde aan de jongen gegeven en dat ging prima, zolang de vader er was om te helpen verschonen, hem naar buiten te dragen en in het gras te zetten, hem op bed te leggen.
Maar 16 jaar geleden was de vader overleden en mevr. Opgewekt stond er alleen voor. Nu is de baby 53 jaar oud. Twee jaar geleden begon hij nukkig te worden, op de meest vreemde momenten te schreeuwen, te slaan en steeds agressiever te worden. Diverse ruiten zijn inmiddels gesneuveld, de tussendeur hangt scheef in de scharnieren. En nu vraagt mevr. Opgewekt of we even binnen willen kijken. Ik knik bevestigend.
Ze gaat ons voor het huis binnen. Achter de deur wacht ik even een paar tellen, tot mijn ogen aan het duister zijn gewend. We lopen een klein kamertje door, voor we in het woonvertrek aankomen. In dit grote vertrek wordt gekookt, gegeten, geslapen, geleefd. Ik realiseer me dat dit vertrek totaal is uitgeleefd. Het is rommelig. In het halfduister staat in een hoek een divan, ik vermoed de slaapplaats van mevr. Opgewekt. Nu draai ik me om en zie in de hoek achter de deur ook een bed staan. Op het bed zit haar zoon. Hij maait met zijn handen door de lucht. Maakt hoge gillende geluiden. Hij kijkt ons nauwelijks aan, maar weet dat we er zijn. Hij draagt alleen een hemd. De mouwen zijn er af gescheurd, de romp is deels ingescheurd. Of hij een onderbroek aan heeft, zie ik niet zo gauw. Armen en benen zijn ontbloot. Op het matras ligt alleen een onderlaken. Naast het bed staat een tafel, met daarop een steen van minstens 30 kg. Mevr. Opgewekt vertelt dat hij al zijn kleding kapotscheurt, dat hij de tafel om zou gooien, als die steen er niet op lag. Ze kan hem nauwelijks nog de baas. Hij is al een jaar niet buiten geweest. Maar onze aanwezigheid maakt hem extra onrustig, dus we kunnen beter maar naar buiten gaan.
“Dit kan toch niet zo”, flitst het door mijn hoofd. “Waarom helpt niemand haar?” Ook als we buiten staan, klinkt het gegil van de zoon nog een poosje. In een kleine gemeenschap als Ususau is de situatie van mevr. Opgewekt bij iedereen bekend. Ze woont hier al haar hele leven. Zwakzinnigenzorg of opvang voor gehandicapten bestaat in Roemenië nog niet. Ze krijgt een beetje geld. En voor de rest moet je het zelf maar uitzoeken. Aan de andere kant zou mevr. Opgewekt niet eens willen dat haar zoon ergens in een tehuis gestopt werd. Niemand kan beter voor hem zorgen dan zij. Ze maakt zich alleen zorgen wat er met hem gebeurt als zij dood gaat.
We zetten de voedselpakketten voor de deur en 2 dozen met grote maat luiers. Dan vragen we of we voor haar mogen bidden. Meteen fleurt ze weer op en begint te glunderen. Ze vertelt dat ze altijd op God vertrouwt. Ze is zo dankbaar dat ze haar geloof in God heeft. We lezen voor haar een tekst uit de Bijbel: Jesaja 40:29, dat God de vermoeide kracht geeft en sterkte vermeerdert van degene die geen krachten heeft. Spontaan begint mevr. Opgewekt te bidden. Hoewel dat niet werd vertaald, kan je merken dat ze haar hart kan luchten bij God de Vader.
We nemen afscheid, ze geeft iedereen een zoen, we stappen in de bus en rijden naar het volgende adres in dit dorp.
– 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 – 0 –
Na ons eerste bezoekje aan mevr. Opgewekt, brengen we nu als tweede een bezoekje aan mevr. Uitgeput.
Vanaf ons logeeradres in Arad hoeven we niet zover te rijden. We blijven namelijk in Arad. De wijk waar we nu verblijven bestaat uit vrijstaande huizen met een stuk grond er om heen. Voor Roemenië is dat geen bijzonderheid. In de dorpen staan alleen maar vrijstaande huizen op een grondstuk. Dat zegt nog niets over de staat waarin het huis verkeert. Sommige huizen zijn bijna helemaal opnieuw opgebouwd, andere staan op instorten. Hier in Arad is de staat van de huizen redelijk tot goed, een enkeling super-de-luxe.
Maar we rijden de wijk uit naar een deel van de stad waar alleen maar hoge flatgebouwen staan. Als ik het aantal verdiepingen tel, kom ik op 8 a 10 hoog. De flats staan vrij dicht op elkaar. Af en toe is er een omheind speeltuintje, met redelijk goed onderhouden speeltoestellen. Bij goed weer wordt er naar hartenlust geschommeld en geduikeld. Waarschijnlijk zijn de flats gebouwd in een tijd dat particulier autobezit nog een zeldzaamheid was. Maar zeker de laatste vijf jaar is het autobezit enorm toegenomen en dus ook de drukte op de wegen. We manoeuvreren onze witte bestelbus behoedzaam tussen de vele auto’s door, die rond de flats staan geparkeerd.
De aanduidingen voor het flatgebouw, waar mevr. Uitgeput met haar 5 kinderen woont, zijn: Z5, Sc.C, App.10, etage 2. Op de ruit boven de ingang van elk flatgebouw staan de aanduidingen om welk flatgebouw het gaat. De eerste keer kostte het een paar rondjes, maar uiteindelijk vonden we de corresponderende lettertekens. Deze keer moeten we een paar rondjes rijden om een parkeerplek voor de bus te vinden.
Het is zaterdag vandaag. Mijn mobiel geeft de tijd aan: 12.45 uur. Roemeense tijd, wel te verstaan. Eén uur tijdsverschil met thuis. Maar als we hier zijn, vind ik het handiger om ook de Roemeense tijd te hanteren. De cijfers op het toetsenbord bij de deur zijn er allang afgesleten, dus pas na 3x proberen, verschijnt het getal 10 in het scherm. Daarna drukken we op de bel.
Voorafgaand aan dit bezoek heb ik nog even de situatie opgezocht. Er staat:
Mei 2016
|
Gescheiden werkende moeder met 5 kinderen., waarvan 3 schoolgaand . Moeder ontvangt 500 lei alimentatie en werkt fulltime en verdient 800 lei. De 2 kamer huurwoning kost 180 euro, dit heeft ze vaak niet en dan neemt de huisbaas genoegen met minder, zodat zij eten kan kopen. Oma (uit Lipova) past vaak op, maar woont er niet en draagt ook niet mee in de kosten. Alles is keurig verzorgd en schoon. Mevrouw zou geholpen zijn met kleding en voedsel en broodcontract. |
Ruim 3 jaar brengen we nu een bezoek op dit adres. Eigenlijk is de situatie nog niet verandert, zij het dat nu alle kinderen naar school gaan. Het blijkt dat mevr. Uitgeput drie weken lang 5 nachten per week nachtdienst heeft en daarna heeft ze dan een week vrij. Maar ze heeft wel 5 kinderen waar ze voor moet zorgen. Als de kids op school zitten, kan zij een paar uurtjes slapen.
Nadat ze de deur met de zoemer open heeft gedaan, komt mevr. Uitgeput de trap aflopen. Onze tolk Isabel maakt even een praatje met haar. In de tussentijd brengen wij vanuit de bus alle pakketten naar boven, die we voor haar hebben meegebracht. Er zijn een paar zware dozen bij, want de Nederlandse sponsorfamilie kent de situatie van dit gezin en heeft een doos gevuld met blikken levensmiddelen. Als ik de doos in het halletje heb neergezet, kijk ik even de flat rond of de kinderen thuis zijn. Naast de keuken is er een kleinere kamer, waar ik alleen maar twee bedden in zie staan. De grotere kamer blijkt de huiskamer te zijn, hoewel hier ’s nachts op de divan ook 3 kinderen slapen. Maar van de kinderen nu geen spoor.
Hoewel het zaterdag is, zitten ze nog op school. Ze zullen zo thuis komen. Op zaterdag komen de leerkrachten op school om zwakke leerlingen even wat extra uitleg en ondersteuning te geven. Ook wordt er Engelse les gegeven. Dat merken we als even later de oudste dochter thuiskomt en ons in accentvrij Engels begroet. Ook een jonger zusje is meegekomen. Dat komt heel goed uit. We trekken de deksels van diverse bananendozen open die vol winterjassen en schoenen zitten. Moeder en de meisjes hebben wat aanmoediging nodig om te kijken wat hen past, maar uiteindelijk verdwijnen ettelijke jassen en schoenen achter de ingangsdeur van de flat.
Als klap op de vuurpijl blijkt er ook een doos skeelers tussen te zitten. Dus even later ondersteun ik het jongste meisje, dat al struikelend en glijdend op haar nieuwe roze skeelers het paadje naar de flat afrolt. Moeder zou het zich nooit kunnen veroorloven om dit voor haar meisjes te kopen. Een meisje in Nederland heeft er afstand van gedaan zodat het nu hier terecht is gekomen.
Om de hoek van de flat is een mini bazaar, een kleine buurtsuper. Een klein assortiment met de meest gangbare dagelijkse producten. Houten stellingen tegen de achterwand met daarvoor een toonbank over de volle breedte van de winkel. Zelfbediening is alleen mogelijk bij de producten die voor de toonbank staan uitgestald, zoals flessen water, frisdrank en pakken WC papier. We betalen de juffrouw achter de kassa voor 2 broden per week voor de komende 26 weken. En we vertellen er bij dat dit weer bestemd is voor mevr. Uitgeput. De juffrouw van de buurtsuper geeft haar volledige medewerking.
Als we later dus bij mevr. Uitgeput nog steeds bij de ingang van het flatgebouw staan, kunnen we haar het formuliertje overhandigen met de mededeling: Ook voor het komende halfjaar is het broodcontract weer verlengd.
P.S. € 1,– = 4,5 LEI; € 180,– = 810 LEI. Voedselprijzen zijn gelijk aan de prijzen in Nederland.