Roemenie

Algemene informatie

Roemenië (Roemeens: România), is een republiek in Zuidoost-Europa. Roemenië romania-micais bijna zes keer zo groot als Nederland en grenst in het noorden (362 km) en zuiden (169 km) aan de Oekraïne, in het noordoosten aan Moldavië (450 km), in het zuiden aan Bulgarije (608 km), en in het zuidwesten aan Servië (476 km) en Hongarije (443 km). Twee derde van de 3182 kilometer lange grenslijn bestaat uit water: de Donau als natuurlijke begrenzing met Bulgarije, de Prut met Moldavië, de Tisza met de Oekraïne en de Zwarte Zee (225 km) in het oosten.

Het land bestaat voor ongeveer even grote delen uit bergland, hoogvlakten en laagvlakten. Ondanks het bergachtige karakter van Roemenië is de gemiddelde hoogte slechts 350 meter.

Klimaatkenmerken zijn het gematigde landklimaat met zeer warme zomers, koude winters, een kort voorjaar en een langere, meestal milde herfst. Duidelijke regionale verschillen kenmerken echter het kustgebied, de laagvlaktes en de bergen. In het zuiden en aan de Zwarte-Zeekust is de jaarlijkse gemiddelde temperatuur 11°C, in de bergen maar 2°C. In de zomermaanden juli en augustus kan het in de laagvlakten erg heet worden; dagtemperaturen van boven de 35°C zijn dan geen uitzondering.

Dit is bijvoorbeeld het geval in de Donauvlakte waar ook de hoofdstad Boekarest ligt. Aan de kust en in de bergen is het in de zomer veel aangenamer met gemiddelde dagtemperaturen van 22°C. Het aantal zonnige dagen is aan de Zwarte-Zeekust ongeveer evenveel als aan de Franse Middellandse-Zeekust.

De bevolking

Het leven in de stad of in een van de vele dorpen is heel verschillend.

In een dorp heb je vaak je eigen huisje. Maar vaak is dat al heel oud en staat soms op instorten. Veel mensen zijn nu bezig hun huis op te knappen of helemaal nieuw te bouwen. Een traditioneel huisje bestaat uit 2 kamers waar de hele familie woont, eet, slaapt. Er staat een houtkachel die tevens als fornuis dienst doet. Binnen wordt daar ’s winters op gekookt. ’s Zomers kookt men graag buiten. Stoelen, tafels, kasten zijn een zeldzaamheid. Kleding ligt op een stapel in de hoek. Op de 1 of 2 divans of zitbanken die er staan, slaapt het hele gezin. De nieuwe huisjes die worden gebouwd hebben een aparte badkamer en woonkamer/keuken, los van de slaapkamers. In de dorpen heeft iedereen stroom. Waterleiding is maar ten dele aangelegd, dus er zijn er genoeg die water uit de put moeten halen. In een dorp heeft iedereen een tuin, maar lang niet iedereen verbouwt daar ook iets op. Werkgelegenheid is er weinig in een dorp. Gelukkig dus ook geen hoge vaste lasten. Gingen de afgelopen jaren veel mensen naar het buitenland om geld te verdienen, tegenwoordig is er ook in eigen land werkgelegenheid, vaak in de grote steden.

Het leven in de stad is geheel anders. Veel mensen hebben hoge vaste lasten doordat ze in een huurhuis of flat wonen, waar ook elektriciteit en stromend water aanwezig is. Dit drukt zwaar op de portemonnee, zodat het geld voor nieuwe kleding en voedsel schaars is. Wel is er vaak werk in de stad. En dan kun je wel rond komen. Dus de huisvesting is solide, beter, maar de kosten zijn hoger, omdat je alles zelf moet kopen of huren.

Even wat bedragen: een gemiddeld salaris (2015) in Roemenië ong. € 300.-, een weduwe uitkering is € 80.-. De kinderbijslag bedroeg in 2010 nog  € 3.- per kind p/mnd. maar is sindsdien langzaam opgetrokken naar ong. € 20,– per kind p/mnd.  Als er geen vast inkomen is, bv. door werkeloosheid, door ziekte of als er handicaps in het gezin zijn, of als er veel kinderen zijn, is het zwaar om rond te komen. Een huwelijk wordt beloond met een eenmalige subsidie van € 200,– en een moeder die net bevallen is krijgt twee jaar lang 80% van haar laatst verdiende loon doorbetaald.

Wij hebben als doel onze gezinnen meerdere malen per jaar te bezoeken, en brengen dan voedselpakketten rond. Maar ook kledingpakketten, schoenen, jassen, matrassen, dekens, medicijnen.

Met al deze hulpgoederen hopen wij de armoede enigszins te lenigen. Veel van onze gezinnen hebben een broodcontract, waarmee zij bij de plaatselijke bakker wekelijks 1 of 2 broden kunnen halen. Als indicatie, 1 brood van 1200 gr. kost ong € 1.-. Een sponsor in Nederland betaalt € 52,- per jaar.

 De laatste jaren zorgen we ook voor schoolpakketten voor de schoolgaande kinderen in onze gezinnen. Kinderen mogen naar school als ze fatsoenlijk verzorgd gekleed zijn, dwz. met schoenen, rugtas en ouders moeten voor schoolschriften zorgen.

Wij doen dit werk vanuit het geloof dat God zelf zegt: “wie de arme geeft, zal geen gebrek lijden”. Spreuken 28: 27a. Bij ieder bezoek aan een gezin, geven we niet alleen goederen en eten, maar ook een Bijbeltekst, we lezen samen uit de bijbel en bidden met elkaar. Wij hopen met het brengen van hulpgoederen iets van Gods liefde voor mensen door te geven. De gezinnen in Roemenië ervaren dit als “dat er toch nog mensen naar hen omkijken in hun zorgelijke omstandigheden”.

Situatie na de Roemenië reis van mei 2016

De eerste keer dat ik in Roemenië kwam, was in het voorjaar van 1990. Het ijzeren gordijn was verdwenen, waardoor het mogelijk was geworden onbeperkt humanitaire hulp te verlenen. Nog steeds kan ik me precies herinneren hoe we de bevolking destijds aantroffen. Berooid, bankroet, troosteloos. Alles was even somber en armoedig. Gebouwen, wegen, de huizen, in de steden, in de dorpen. Er was echt helemaal niets waarvan je kon zeggen, dat het er netjes uitzag. Niets. En het heeft heel lang geduurd voordat Roemenië uit dat diepe dal opgekrabbeld is.

Na een hele poos niet meer in Roemenië te zijn geweest, ging ik 5 jaar geleden met Stichting Linquenda opnieuw op reis. Ik was benieuwd wat er in ruim 20 jaar veranderd zou zijn. De opbouw van het land duurt langer dan in de meeste andere Oost Europese landen. Er zijn nog steeds maar weinig auto-snelwegen die de grote steden met elkaar verbinden. Dat was ook eerder nog niet nodig, want nu begint het auto bezit pas een beetje op gang te komen. In grote steden zijn kortgeleden pas de straten geasfalteerd, nu komen de kleinere stadjes en grote dorpen aan de beurt. De afgelopen jaren is er geld gestopt in crèches, scholen en ziekenhuizen. Nu wordt begonnen met andere opvang- en zorgcentra.

Sinds de aansluiting met Europa merkt de gemiddelde Roemeen ook iets van de vooruitgang. Want in Italië of Duitsland kunnen harde euro’s worden verdient, waarmee mensen hun eigen huis niet renoveren, maar gewoon nieuw bouwen. Stroom is er overal, waterleiding wordt aan gewerkt.

Bij het passeren van enkele dorpjes zagen we pamfletten op lantaarnpalen en aan bomen. Bedrijven in de stad zijn op zoek naar werknemers. Als je wilt, kun je gaan werken. En als je werkt, is er inkomen. En als je een inkomen hebt, kun je je levensomstandigheden verbeteren. Mijn indruk is dat de vooruitgang voor de gemiddelde Roemeen de afgelopen 5 jaar sneller is gegaan, dan de twintig jaar daar voor.

Als Linquenda proberen wij de gezinnen te vinden die achterblijven. Die niet mee kunnen liften met de vooruitgang. Waar vader chronisch ziek is en niet kan werken. Met een gehandicapt gezinslid. Eén-ouder gezinnen. Ongeschoolde = arbeidsongeschikte gezinnen. Hele grote gezinnen ( met 12 kinderen of meer).

Met die gedachte in mijn achterhoofd, de aller-armsten helpen, hebben we een zigeunerwijk in Arad bezocht. Zigeuners zijn of heel rijk (vraag me niet hoe ze aan hun geld komen) of heel arm. Op een voormalige vuilnisbelt / stortplaats woonden er een heleboel bij elkaar van de laatste categorie. We hebben eerst een kerkdienstje bijgewoond, waar ongeveer 30 personen vol enthousiasme samen zongen en baden. Vervolgens zijn we bij hen thuis langs geweest. Allen waren ze goed doorvoed, hadden nette schone kleren aan. Ze zaten op zondagavond gezellig voor hun huizen in groepjes te praten en naar de spelende kinderen te kijken. Uit het gestorte puin hebben ze bakstenen hergebruikt om hun huisjes van de bouwen. Primitief, niet echt schoon, een enkeling heeft stromend water. Toch zijn ze tevreden. That is their way of life.

Elders in Arad, op een braakliggend veldje wonen nog vijf zigeuner gezinnen. Ernstig vervuild, afval alom. Kinderen op blote voeten. Van pallets een onderkomen in elkaar getimmerd, dat de naam ‘huis’ niet waard is. Bij regen blijft het ook binnen niet droog. We hebben besloten dat zij wel degelijk tot onze doelgroep behoren.

Dus de komende jaren zal Linquenda zeker nog actief zijn in Roemenië, op zoek naar gezinnen die we een zetje kunnen geven in de goede richting. Dit blijven we doen, tot de overheid zo ver is dat zij zelf voor al haar eigen inwoners gaat zorgen.

Bezoekjes bij mensen tussen 20 en 24 februari 2017.

Ze vertelt met trots dat ze 84 jaar is, mevr. Githa*. Ze is ruim 40 jaar getrouwd geweest maar heeft helaas geen kinderen gekregen. Nadat haar man 17 jaar geleden is overleden, is zij alleen achter gebleven. Er woont alleen nog een nichtje hier op het dorp. Maar ze kan haar boodschapjes nog doen. Ze loopt wel met een stok, maar kan zich goed redden. Laatst moest haar nicht wel even helpen. Achter op het erf heeft ze een aantal kippen lopen in een ren. Kippen voeren en eieren rapen behoren tot haar dagelijkse bezigheden. Maar sinds kort is de haan erg agressief. Ze kan het hok nauwelijks binnen komen, of hij komt dreigend op haar af en begint haar te pikken. En hij wordt steeds feller, ze kan hem nauwelijks de baas.

Nu heeft mevr. Githa besloten dat de haan maar geslacht moet worden. Daar heeft ze haar nicht voor nodig. Nadat de haan met veel moeite gevangen is, houdt de nicht met twee handen kop en lijf vast, zodat mevr. Githa met een scherp mes het beest de hals door kan snijden. Als de klus is geklaard , vertrekt de nicht weer. Vervolgens wordt de haan kaal geplukt en moet worden ontveld. Dat gaat veel makkelijk door hem eerst onder te dompelen in kokend heet water. Daar gaat het fout. Het kokend hete water komt over haar been en voet terecht. Snel strompelt ze naar de waterput om te koelen met koud water. Het duurt te lang. Het been valt nogal mee, maar de voet is grotendeels ontveld. Ze roept en roept tot een buurvrouw haar hoort en komt helpen.

Dat gebeurde in september. Het is nu februari en de wond is nog niet dicht. Dus we gaan naar de apotheek om babypoeder, verband en betadinegaasjes te halen om de wond te verzorgen.

Mevr. Githa is een van de oudere mensen die we regelmatig bezoeken. Een paar keer per jaar sturen we haar ook een kaartje vanuit Nederland; gewoon, om haar te laten merken dat we aan haar denken.

Ouderen, alleenstaanden, chronisch zieken en gehandicapten; dat zijn de mensen waar we langs gaan. Zo waren we ook bij familie Laru*. Zij hebben eindelijk goed nieuws ontvangen. Al een aantal jaren wonen vader en moeder Laru met hun twee kinderen in het huis van zijn broer. Die broer verblijft lange tijd elders, maar zal eind 2017 het huis weer opeisen. Naast geld opzij leggen voor de bouw van een eigen huis, hebben ze er bij de plaatselijke gemeente al jaren op aan gedrongen hen een stuk grond aan te wijzen waar ze kunnen bouwen.

Ze hadden al eerder bij de gemeente er op aan gedrongen om de waterleiding tot hun huis door te trekken. Maar ook toen gaf de gemeente geen reactie. De vrouw is toen een poos lang elke dag naar het gemeentehuis toe gegaan. Net zolang tot de waterleiding was doorgetrokken tot voor het hek om hun huis. Daar is nu een kraan waar ze water kunnen tappen; om te wassen, te koken, om de was te doen, enz. Omdat zij zelf uit Paulis afkomstig zijn en een ernstig gehandicapte zoon hebben, hebben zij ook wettelijk recht op een stuk grond. Jarenlang liet de gemeente niets van zich horen, tot de centrale overheid plaatselijke gemeenten sommeerde hun verplichting na te komen.

Dat was goed nieuws voor fam. Laru. Nu kunnen ze gaan bouwen. Extra voorzieningen aan het huis vanwege hun gehandicapte zoon worden ook door de gemeente betaald. Hun zoon was 8 jaar, toen we hen voor het eerst bezochten. Hij had toen een ontwikkelingsniveau van een baby van 4 maanden. Door intensieve zorg van moeder en goede therapieën blijft hij zich ontwikkelen, zij het zeer langzaam. Hij is nu 14 jaar, maar kan niet staan, niet praten. Hij heeft net door gekregen dat hij met zijn handen dingen kan pakken, hij vindt het leuk om geluiden te maken. Naast voedselpakketten brengen we hen vaak luiers, plastic matrashoezen en een keer een rolstoel.

In drie dagen hebben we onze 60 gezinnen bezocht. We hebben de tijd genomen even naar hun verhaal te luisteren. Ook hebben we hen willen bemoedigen met een bijbeltekst: Fil.4:6 en 7. We mogen al onze wensen in gebed en smeking bij God brengen. Want het leven gaat niet altijd over rozen. De vrede van God zal ons hart vullen te midden van de situatie waarin we leven. En zo werkt het ook. Kort noem ik familie Sabi*. Met geleend geld van de bank hebben ze hun huis gebouwd en een kudde van ong. 100 geiten gefokt. Voor de melk. Maar nu heeft de afnemer van de melk zich terug getrokken en zitten ze met honderden liters geitenmelk, die niets opleveren. Maar ze willen op God vertrouwen, dat er een oplossing komt. Daar vinden ze rust in.

Januari en februari 2017 waren koude maanden in Roemenië. Op sommige dagen zakte de temperatuur ’s nachts tot 20 graden Celsius en kwam het overdag niet boven de 5 graden. Door de kou lag er veel werk stil. Er kan op het land niet worden gewerkt, de bouw ligt stil. Bouwvakkers konden dus niet naar hun werk, maar ook de bouw aan het eigen huis lag stil. Dus toen het afgelopen week weer rond de 10 graden werd, nam de bedrijvigheid weer toe. Zo ook de aanleg van de gasleiding. In de meeste steden wordt er al gekookt en gestookt op gas, maar in de dorpen wordt veelal nog hout gebruikt. Aan het begin van de winter moeten de dorpsbewoners zorgen dat er naast het huis een voorraad kachelhout klaarligt. Men is nu ook begonnen de dorpen te voorzien van een gasleidingnet. In Nederland heeft men in sommige steden juist besloten huizen niet meer uit te rusten met een gasleiding. In Roemenië wordt het nog flink uitgebreid.

*In verband met de privacy zijn de namen in dit verhaal verzonnen.

Meer over Roemenië: